Individueel

Goed zijn voor jezelf: over luisteren naar de vogeltjes en je eigen huisdier zijn

In mijn vorige stukje over richtlijnen voor een goed geleefd leven schreef ik dat twee van mijn eigen richtlijnen zijn om goed te zijn voor anderen en om goed te zijn voor mezelf. Bij dat tweede punt noemde ik ook het onderdeel assertiviteit: voor jezelf opkomen en je grenzen goed bewaken als dat nodig is. Ik heb veel mensen in mijn omgeving die dat moeilijk vinden en vooral bezig zijn met het inwilligen van externe verwachtingen, waardoor de verwachtingen die van binnenuit komen op de tweede plaats komen te staan. De verwachtingen van buitenaf zijn vaak ook hoog, dus het is niet vreemd dat veel mensen kampen met schuldgevoelens als ze voor zichzelf kiezen en daardoor misschien een ander moeten teleurstellen. In dit schrijfsel geef ik twee manieren om na te denken over goed zijn voor jezelf die dat schuldgevoel kunnen wegnemen.

De eerste manier komt uit misschien wel mijn favoriete boek ooit: Plaidoyer Pour Le Bonheur van Matthieu Ricard, vertaald naar het Nederlands als Gelukkig Leven (geen affiliate link want ik weet nog niet hoe dat moet). Ricard, een Franse bioloog die een Boeddhistische monnik is geworden, pleit er in dat boek voor dat je prioriteit moet geven aan je levensgeluk op een manier die goed is voor jezelf en voor anderen. Veel mensen, schrijft hij, zien het streven naar geluk als een egoïstische bezigheid, maar in werkelijkheid zijn gelukkige mensen juist veel altruïstischer dan ongelukkige mensen. Als je je goed voelt ben je minder op jezelf gericht en meer op je omgeving. Ricard vertelt het verhaal van een vrouw die jarenlang verslaafd is geweest aan drugs, en die na een langdurig verblijf in een ziekenhuis waar ze is afgekickt weer naar buiten loopt. Ze beschrijft hoe ze op dat moment voor het eerst de vogels hoorde fluiten. Tijdens al die jaren van ellende had ze niet eens door dat vogels fluiten. Pas toen ze zich beter voelde hoefde ze niet meer al haar aandacht op zichzelf te richten en kon ze haar omgeving in zich opnemen.

Zelf heb ik dit ook ervaren (zij het, gelukkig, op een minder extreme manier): als ik me slecht voel word ik in beslag genomen door datgene wat me een slecht gevoel geeft en heb ik weinig aandacht meer voor andere dingen. Ik hoor de vogels niet fluiten, ik zie niet hoe mooi de witblauwe lucht te zien is door een mozaïek van boomtakken of hoe een schattig kindje vrolijk lachend naar de glijbaan rent. Ik heb op zo’n moment ook minder aandacht voor anderen: als iemand me vertelt waar hij/zij/x mee zit, vind ik het moeilijk om mijn eigen nare gevoel opzij te zetten, te luisteren en er voor die persoon te zijn. Voel ik me goed, dan geniet ik juist intens van alles wat ik zie en hoor en kan ik open luisteren naar wat mensen me vertellen. Geluk en openheid gaan samen, net zoals ongeluk samengaat met geslotenheid en een focus op jezelf. Goed zijn voor jezelf en je eigen geluk nastreven is dus niet alleen goed voor jezelf, het is ook de enige manier om er werkelijk te kunnen zijn voor de mensen om je heen.

Een tweede manier om na te denken over goed voor jezelf zijn is om jezelf te beschouwen als je eigen huisdier. Voor mij is goed zijn voor dieren een belangrijk onderdeel van de richtlijn Goed zijn voor anderen. Dat betekent dat ik goed probeer te zijn voor alle dieren (door ze bijvoorbeeld niet op te eten) maar in het bijzonder voor mijn eigen kat Nemo. Ik voorzie alleen Nemo van eten, water, een schone kattenbak en zoveel mogelijk knuffels (hoewel dat laatste ook eigenbelang is). Dat is niet omdat Nemo bijzonderder is dan andere dieren of mijn zorg meer verdient, maar omdat Nemo mijn huisdier is en ik verantwoordelijk voor haar ben.

Dat is ook hoe ik de richtlijn goed zijn voor mezelf zie: ik ben niet bijzonderder dan anderen en ik verdien niet meer zorg of aandacht dan anderen, maar ik ben wel verantwoordelijk voor mezelf. Niemand besteedt zoveel tijd met mij als ikzelf, niemand anders kan voelen of ik pijn of verdriet heb en niemand anders weet zo goed als ikzelf wat ik nodig heb om me goed te voelen. Ik ben dus de enige die ervoor kan zorgen dat het goed met me gaat. Ik probeer er natuurlijk ook voor te zorgen dat anderen zich goed voelen en ik voel me daar ook verantwoordelijk voor, maar alleen voor mezelf ben ik hoofdverantwoordelijke. Ik zorg goed voor Nemo omdat ze mijn huisdier is, en ik zorg goed voor mezelf omdat ik mijn huismens ben.

Goed zijn voor jezelf betekent voor mij dus niet dat je je eigenbelang als hoger ziet dan het belang van anderen, maar wel dat jij de enige bent die echt voor jezelf kan zorgen. Als je de zorg voor je eigen menselijke huisdier serieus neemt, voel je je gelukkiger en ben je daardoor in staat om er ook voor anderen te zijn. En om te luisteren naar het mooie gezang van de vogeltjes.

*****

Wil jij ook een beter baasje worden? Misschien heb je iets aan deze tips:

– Wees assertief en geef duidelijk je grenzen aan als mensen teveel van je vragen of over je heen dreigen te lopen

– Maak tijd vrij om goed voor jezelf te zorgen (door het in je agenda te zetten als dat nodig is)

– Probeer met mildheid en zelfcompassie naar jezelf te kijken, ook als je fouten maakt (hierover in een toekomstig artikel meer)

– Luister naar hoe je je voelt, zowel mentaal als lichamelijk, en pas daar je handelen op aan, door bijvoorbeeld het Puppyprincipe toe te passen en goed te eten voor jouw lichaam

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *