Mediteren wordt vaak genoemd als ontspannende activiteit. ‘Maak een wandeling, neem een bad of ga een kwartier mediteren’ staat dan bijvoorbeeld in een artikel over hoe je je stress kunt verminderen. Het westerse beeld van meditatie is dat het bestaat uit een tijdje diep in- en uitademen en relaxen waardoor je goed tot rust komt en er weer even tegenaan kunt. Het oorspronkelijke doel van de vorm van meditatie die we in het westen meestal beoefenen, mindfulnessmeditatie, is echter het vergaren van wijsheid. Mindfulnessmeditatie is gebaseerd op een specifieke soort meditatie die Vipassana-meditatieheet. Vipassana betekent letterlijk ‘speciaal zien’ en wordt meestal vertaald als ‘inzicht’. De techniek die gebruikt wordt voor mindfulnessmeditatie is dus een techniek die ontwikkeld is om inzicht te vergaren, niet om te ontspannen.
Het idee van dit soort meditatie is dat je, met de adem als anker, naar je eigen geest kijkt en observeert wat er daar gebeurt. Je komt er op die manier als beginnende meditator bijvoorbeeld achter dat je nauwelijks controle hebt over wat er in je hoofd gebeurt. Wie probeert ook maar vijf minuten op een kussen te zitten en de ademhaling te observeren, merkt dat het brein met allerlei afleidingsmanoeuvres komt die het onmogelijk maken om je aandacht gedurende die vijf minuten op de adem te houden. Wie niet mediteert heeft misschien de illusie dat we onze gedachten sturen, wie wel mediteert komt onherroepelijk tot het inzicht dat het meestal andersom gaat. Zelf vond ik het vrij choquerend om te merken hoe weinig controle je over je eigen brein hebt.
Ook word je tijdens het mediteren geconfronteerd met allerlei emoties die je bij je draagt. In mijn geval is die emotie vaak frustratie: ik word kwaad omdat de meditatie anders gaat dan ik wil, doordat ik bijvoorbeeld vaak afgeleid ben of last heb van fysieke pijn. Je kunt ook geconfronteerd worden met bijvoorbeeld spanning, twijfel, ongeduld of verdriet. Als je gaat zitten en zonder afleiding naar jezelf kijkt, kan er van alles boven komen drijven dat je normaal wegdrukt en waarvan je misschien niet eens wist dat het er was.
Door regelmatig mediteren vergaar je een steeds dieper wordend inzicht in welke emoties schadelijk zijn en welke juist gezond. Als er een schadelijke emotie bij je ontstaat leer je die snel zien opkomen, waardoor je er niet door wordt meegesleept. Als je bijvoorbeeld jaloezie voelt ontstaan, merk je bij jezelf op dat er jaloezie is en dat je zin hebt om vanuit dat gevoel een nare opmerking te maken. Door dat besef heb je de optie om die opmerking niet te maken, terwijl hij er anders misschien uit zou zijn geweest voor je er erg in had. Uiteindelijk verliezen de schadelijke emoties zo hun kracht, wat leidt tot meer levensgeluk. Het idee hierachter is dat al het lijden wordt veroorzaakt door deze ongezonde emoties, en dat het vinden van meer geluk bestaat uit het langzaam doen afnemen van die emoties. Op de nog langere termijn zou meditatie moeten leiden tot een diep inzicht in de realiteit van het bestaan en de interafhankelijkheid en vergankelijkheid van alle dingen, maar daar kan ik nog lang niet over meepraten.
Zoals ik eerder schreef is een wijzer, beter mens worden een belangrijke leidraad in mijn leven, en dat is de reden dat ik mediteer. Ik hoop door meditatie beter te leren omgaan met negatieve emoties en zo ook beter bestand te zijn tegen de tegenslagen die bij het leven horen, zoals verlies, ziekte en dood. Mediteren kan soms ontspannend zijn, maar ontspanning is niet het doel. De verwachting dat meditatie altijd ontspannend is kan ertoe leiden dat je teleurgesteld en gedemotiveerd raakt als er moeilijke emoties bij je naar boven komen en dat je daardoor stopt met mediteren. Daarom herinner ik mezelf er regelmatig aan dat elke meditatie een goede meditatie is: of het nou een ontspannende ervaring is of er juist minder fijne gevoelens boven komen drijven, elke meditatie brengt je een stapje verder naar meer inzicht en wijsheid.
*****
Wil jij ook mediteren voor wijsheid? Misschien heb je iets aan dit meditatie-stappenplan:
– Zorg er allereerst voor dat je comfortabel zit: ontspannen maar met een rechte rug (op een kussentje of stoel) en adem een paar keer diep in en uit
– Herinner jezelf aan je motivatie om te mediteren. Bijvoorbeeld: ‘ik wil beter met mijn onzekerheden om kunnen gaan’, ‘ik wil minder gauw boos worden op mijn partner’ of simpelweg ‘ik wil een wijzer en gelukkiger mens worden’
– Neem je voor om gedurende de tijd dat je mediteert je best te doen om te blijven mediteren en niet bijvoorbeeld te gaan dagdromen
– Begin met het observeren van alles wat je waarneemt, zoals geluiden, geuren en hoe je je voelt in je lichaam
– Zoom dan in op je lichaam, zoals de contactpunten tussen je lichaam en de stoel of het kussen en de sensaties in de verschillende delen van je lichaam
– Breng je aandacht dan naar de ademhaling, en ga na hoe de adem voelt (langzaam of snel, hoog of laag, diep of oppervlakkig)
– Houd de intentie vast om je aandacht bij de ademhaling te houden. Als je merkt dat je afgeleid bent, waardeer dan dat je dat hebt opgemerkt en breng je aandacht rustig terug naar de adem. Herhaal dit proces tot je meditatie voorbij is