Wie dit blog regelmatig leest weet dat ik veel bezig ben met manieren om mezelf beter te begrijpen en mijn gewoonten te verbeteren. Een framework dat me bij allebei die dingen goed helpt is the Four Tendencies van de Amerikaanse schrijver Gretchen Rubin. Rubins theorie is dat mensen op te delen zijn in vier categorieën op basis van hoe ze op verwachtingen reageren. Ik kwam in aanraking met dit idee toen ik naar de podcast Happier with Gretchen Rubin luisterde, een feelgoodpodcast met praktische tips die Gretchen Rubin maakt samen met haar zus Elizabeth Craft. Rubin baseert haar framework op anekdotes en gesprekken met mensen en niet op wetenschappelijk bewijs, en om die reden was ik lange tijd erg sceptisch over haar ideeën. Toch besloot ik er meer over te lezen en begon ik de eigenschappen die ze noemt te herkennen bij mezelf en de mensen om me heen. Omdat ik vind dat Rubins framework een leuk en nuttig inkijkje geeft in de verschillende soorten persoonlijkheden die er zijn, heb ik besloten deze week een stukje te schrijven over haar persoonlijkheidstypen.
De basisvraag die ten grondslag ligt aan het framework is: hoe ga je om met verwachtingen van jezelf en van anderen? Verwachtingen van jezelf zijn bijvoorbeeld een voornemen om twee keer per week te gaan sporten of om meer boeken te lezen. Verwachtingen van anderen zijn de dingen die je baas op het werk van je vraagt of een vriend die vraagt of je wilt helpen met zijn verhuizing. Iedereen probeert een balans te vinden tussen het voldoen aan interne en externe verwachtingen, maar niet iedereen doet dit op dezelfde manier. De twee vaakst voorkomende tendencies (‘persoonlijkheidsneigingen’) zijn elkaars tegenpolen: obliger en questioner.
Obligers zijn geneigd om aan externe verwachtingen te willen voldoen en vinden het moeilijk om aan hun eigen verwachtingen te voldoen. Als een obliger zich heeft voorgenomen om op dinsdagavond te gaan sporten maar een vriendin belt die avond om te vragen of de obliger haar wil helpen met een sollicitatiebrief, is de kans groot dat de obliger de vriendin gaat helpen en het sporten afzegt. Obligers zijn geneigd om mee te gaan met anderen en laten daarbij vrij makkelijk hun eigen voornemens of voorkeuren los. Om die reden wòrden obligers ook vaak door vriendinnen met sollicitatiebrieven gebeld: ze zijn behulpzaam en je kunt altijd op ze rekenen, en daarom doen veel mensen een beroep op hen.
Questioners, daarentegen, hebben de neiging om elke externe verwachting te bevragen en altijd te willen weten waarom ze iets zouden moeten doen. Als ze zelf het nut inzien van de externe verwachting, zullen ze aan de verwachting voldoen, en als ze de verwachting niet nuttig of redelijk vinden niet. Anders gezegd: questioners zijn geneigd om aan interne verwachtingen te voldoen. Alleen als een verwachting van buitenaf strookt met die interne verwachtingen zullen ze eraan voldoen. In het bovengenoemde scenario is het sporten waarschijnlijk een belangrijke interne verwachting voor de questioner, en zal ze vragen of het helpen met het sollicitatiegesprek ook op een ander moment kan. Ze zal zich misschien ook afvragen of het wel nuttig is om te helpen met de sollicitatie: is zij de juiste persoon om hierbij te helpen of is er misschien iemand anders die het beter zou kunnen, of een efficiëntere manier waarop de vriendin haar brief kan verbeteren?
Obligers voldoen dus aan externe verwachtingen en minder aan interne, terwijl questioners juist aan interne verwachtingen voldoen en minder aan externe. De andere twee persoonlijkheidstypes zijn zeldzamer en komen voort uit de twee logische mogelijkheden die overblijven: mensen die aan zowel interne als externe verwachtingen voldoen, oftewel upholders, en mensen die noch aan interne, noch aan externe verwachtingen voldoen, oftewel rebels. Upholders zijn extreem gedisciplineerde mensen, de soort mensen die hun werk en administratie goed op orde hebben (externe verwachtingen) en zonder enige moeite gezond eten en dagelijks mediteren (interne verwachtingen). Bij hun tegenpolen, de rebels, gaan de haren in de nek recht overeind staan zodra er ook maar enigszins sprake is van iets moeten. Een rebel die van plan was om de afwas te doen zal, als iemand hem vraagt om de afwas te doen, de neiging hebben om die afwas juist te willen laten staan. Een rebel die er lol in heeft om te sporten zal daar subiet mee stoppen zodra ze een sportschema voor zichzelf heeft gemaakt.
Mijn aanvankelijke scepsis over the Four Tendencies heeft het misschien al weggegeven: ik ben een questioner. Al op de middelbare school merkte ik dat ik mijn huiswerk prima kon doen als ik iets nuttig en interessant vond, maar me er totaal niet toe kon zetten om dingen te leren die me niet nuttig leken (en dat waren er volgens mijn puberbrein nogal veel). Ik heb nu werk gevonden dat ik meestal leuk en interessant vind, maar zelfs nu kan ik me moeilijk zetten tot taken waarvan anderen willen dat ik ze uitvoer maar waar ik zelf het nut niet van inzie. Ik ben nu gelukkig wat volwassener dan ik als tiener was en ik kan ‘omdat deze persoon het graag wil en het belangrijk is om de vrede te bewaren’ nu ook aan mezelf verkopen als goede reden, maar ik moet er wel veel moeite voor doen om mijn tegenzin opzij te zetten. Over het algemeen lukt het me juist wel goed om bijvoorbeeld genoeg te bewegen, gezond te eten en regelmatig te mediteren, omdat ik heb besloten dat ik dat belangrijk vind. Als ik merk dat één van die dingen moeilijker gaat, ga ik na of ik de redenen waarom ik het doe nog wel scherp heb. Als de klad bijvoorbeeld in mijn meditatiegewoonte komt, komt dat meestal doordat ik niet meer zo helder zie waar ik het eigenlijk voor doe. Als ik dat weer duidelijk heb, door er goed over na te denken of bijvoorbeeld een boek te lezen over meditatie, kost het me geen moeite meer om het vol te houden. Op die manier gebruik ik de kennis van mijn tendency om goede gewoonten te behouden.
Terwijl questioners hun interne motivatie kunnen nagaan als ze merken dat hun goede gewoonten versloffen, is Rubins advies bij obligers juist om van een interne verwachting een externe verwachting te maken. Wil je meer lezen? Ga bij een boekenclub. Wil je meer sporten? Spreek wekelijks met een vriend af bij de sportschool. Op die manier verwachten anderen dat je leest of sport en is het voor obligers makkelijker om aan die verwachting te voldoen dan als het een puur interne verwachting is.
Kennis van de tendencies kan je dus meer inzicht geven in hoe je in elkaar zit en hoe je goede gewoonten voor jezelf kunt creëren en behouden, maar het kan je ook helpen in je contact met anderen. Als je bijvoorbeeld wilt dat een questioner je met een taak helpt, kan het nuttig zijn om goed aan de questioner uit te leggen waarom de taak belangrijk is. Als je zelf een upholder bent kan dit framework je helpen begrijpen waarom anderen zich niet zo moeiteloos aan hun goede voornemens houden als jij. Als je partner een obliger is kun je proberen om minder vaak een beroep op hen te doen en rekening te houden met het feit dat het voor hen moeilijk is om nee te zeggen.
Iedereen kan op verschillende momenten trekjes vertonen van allevier de tendencies en dat is één van de redenen waarom ik aanvankelijk sceptisch was over dit systeem. Een voorbeeld: als ik wekelijks met iemand afspreek om te sporten ben ik ook meer geneigd om te gaan dan als ik dat niet doe, terwijl ik geen obliger ben maar een questioner. Toch merk ik dat mijn eerste reactie op externe verwachtingen is om te kijken of ik het wel wil doen, terwijl de eerste reactie van obligers die ik ken is om ja te zeggen. Het is niet iets wat 100% van je gedrag verklaart maar een tendency; een neiging. Op basis van wat ik om me heen zie denk ik dat Rubin gelijk heeft dat mensen over het algemeen één dominante tendency hebben. Een aspect aan Rubins theorie dat ik mooi vind is dat ze je aanmoedigt om met je tendency mee te werken en niet te proberen ertegen te vechten. Dit geldt vooral voor haar advies aan obligers: probeer niet eindeloos jezelf te dwingen om je aan je voornemens te houden, maak het jezelf makkelijk door te zorgen dat iemand anders van je verwacht dat je het doet. Waarschijnlijk heb je op basis van dit stukje al wel een idee van wat jouw tendency is. Als je dat niet hebt of je intuïtie wilt checken, kun je hier Gretchen Rubins quiz doen. Ik hoop dat je er iets aan hebt!