Er fladderen altijd wel wat zorgen door mijn hoofd. Zo maak ik me op dit moment zorgen om mijn kat die ziek is, familieleden met wie het minder goed gaat en over mijn contract dat binnenkort eindigt. Je kent het wel, het ritmische gekwetter van wat als dit, wat als dat, en als dit dan wel en als dat dan niet?
Op zulke momenten – vaak ’s avonds laat, in bed – biedt mijn opschrijfboekje soelaas. Ik sla de bladzijde om, schrijf de datum op en zet punt voor punt alle dingen waar ik me zorgen om maak op papier. Als een volière waarin je al je zorgvogeltjes netjes naast elkaar zet, zodat je ze eens goed kunt aanschouwen.
Ik leerde dit trucje tijdens een workshop van de School of Life. Door je zorgen allemaal op een rijtje te zetten, meende de workshopleider, heb je overzicht over wat je dwarszit. Dat schept duidelijkheid. En inderdaad: het is fijn om de vogeltjes één voor één te bekijken, fijn dat ze niet meer als een zwerm door je hoofd wervelen.
Nog fijner is dat je er vervolgens iets mee kunt doen. Zo gebruik ik vaak mijn zelfcompassiemantra als een vogeltje boos naar me kwettert. Of ik bedenk per punt een paar geruststellingen. Soms zijn dat praktische oplossingen, soms manieren om mijn zorgen te relativeren, soms schrijf ik het ergste op wat zou kunnen gebeuren en valt dat eigenlijk best mee. Vaak weet je zelf het beste wat je nodig hebt om te horen. Je hoeft alleen de tijd te nemen om het te bedenken.
De beste geruststelling komt als je deze techniek al een tijdje toepast. Je kunt dan terugbladeren naar eerdere volières; je zorgen bekijken van weken, maanden of jaren geleden. En wat blijkt? Alle vogeltjes van toen zijn weggevlogen. Vaak was ik alweer vergeten dat ik ooit ergens mee zat, zijn problemen opgelost, lastige situaties met een sisser afgelopen.
En dat is de ultieme relativering: bijna alle zorgen zijn onderdeel van de golfbeweging van het dagelijks leven. Zelden gebeurt er echt iets ergs, wordt je doemscenario werkelijkheid. Door dat terugbladeren worden de vogeltjes van vandaag ook ineens wat stiller, kleiner, misschien zelfs grappiger. En dat geeft rust.
Die rust, die ga ik nu vasthouden, door eventjes (schrijf)vrij te nemen. In januari ben ik er weer. Ik wens jullie een fijne kerst en een geweldig nieuw jaar. Dat jullie vogeltjes maar snoezig en klein mogen zijn.